Ik
zoek nog brood
Ik
moet vanavond nog
De
dag herkauwen,
De
laatste straaltjes zon
Als reepjes
vis fileren,
En
dunne plakjes schemering
Mijn
zilte tong doen strelen.
Een
boterham met beleg
Van
fijngemalen leven,
Gezeefde
nostalgie
Voorzichtig
opgespaard
Wordt
duimbreed uitgesmeerd
Tussen dit vers
versneden