Vogelvrij en lang geledenDwalend in mijn boetekleedVroeg ik velden naar hun wegenVond niet wat er was verweven.
Het licht keek grijs, hield niet van sprekenKromde wolken naar de grond, in tranenTreurde mist vol weemoedZaaide twijfels in het rond.
Transparant en niet te grijpenLiepen oude geesten meeSamen verder naar de kroegUit de wind en uit de regen,
Zijn we toch te lang gebleven.