maandag 21 december 2020

Haiku 2021

Prikje komt er aan
een nieuw verhaal, wij samen
willen er voor gaan.



zaterdag 12 december 2020

Wandelaar

 

Caminante Wandelaar

 

Caminante, son tus huellas

el camino y nada más;

Caminante, no hay camino,

se hace camino al andar.

Al andar se hace el camino,

y al volver la vista atrás

se ve la senda que nunca

se ha de volver a pisar.

Caminante, no hay camino

sino estelas en la mar.

 

Antonio Machado Ruiz

1875 - 1939

 

Wandelaar, je voetafdrukken

laat je daar, de enige weg, want

Wandelaar, er is geen weg,

je maakt een weg, je wandelt.

Je stappen banen de weg,

en kijk je achterom,

dan zie je het pad dat je

één maal mocht betreden.

Wandelaar, er is geen weg

alleen je spoor blijft achter.

zondag 6 december 2020

Het Veer

DE VEERMAN


HEEN en WEER               

De veerman vecht
met strakke riemen
tegen de stroom, tegen de tijd
verbijt een grijns van pijn
met riet tussen zijn tanden
vervloekt die eeuwigheid.

De overkant is net als hier
een oever aan het water
waar ook de waarheid onderweg
verdronken werd voor later.




 foto: Hugo Peregrinus 
 

DE DICHTER 


Eb
Rimpels van de tijd
Een zucht van eeuwigheid drijft
Oeverloos voorbij

Vloed
Regen, wind en maan,
De polsslag van het leven
Doet dijken beven

Schelde
Altijd onderweg
Verglijdt de stroom seizoenen
Traag en tussenin
l : 51° 06 ' 7 N  (latitude) 
g : 004° 09' 7 E  (longitude)

LE PASSEUR D'EAU

Le passeur d'eau, les mains aux rames,
A contre flot, depuis longtemps,
Luttait, un roseau vert entre les dents.

Mais celle hélas! Qui le hélait
Au delà des vagues, là-bas,
Toujours plus loin, par au delà des vagues,
Parmi les brumes reculait.

Les fenêtres, avec leurs yeux,
Et le cadran des tours, sur le rivage
Le regardaient peiner et s'acharner
De tout son corps ployé en deux
Sur les vagues sauvages.

Une rame soudain cassa
Que le courant chassa,
A flots rapides, vers la mer.

Celle là-bas qui le hélait
Dans les brumes et dans le vent, semblait
Tordre plus follement les bras,
Vers celui qui n'approchait pas.

Le passeur d'eau, avec la rame survivante,
Se prit à travailler si fort
Que tout son corps craqua d'efforts
Et que son coeur trembla de fièvre et d'épouvante.

D'un coup brusque, le gouvernail cassa
Et le courant chassa
Ce haillon morne, vers la mer.

Les fenêtres, sur le rivage,
Comme des yeux grands et fiévreux
Et les cadrans des tours, ces veuves
Droites, de mille en mille, au bord des fleuves,
Suivaient, obstinément,
Cet homme fou, en son entêtement
A prolonger son fol voyage.

Celle là-bas qui le hélait,
Dans les brumes, hurlait, hurlait,
La tête effrayamment tendue
Vers l'inconnu de l'étendue.

Le passeur d'eau, comme quelqu'un d'airain,
Planté dans la tempête blême
Avec l'unique rame, entre ses mains,
Battait les flots, mordait les flots quand même.
Ses vieux regards d'illuminé
Fouillaient l'espace halluciné
D'où lui venait toujours la voix
Lamentable, sous les cieux froids.

La rame dernière cassa,
Que le courant chassa
Comme une paille, vers la mer.

Le passeur d'eau, les bras tombants,
S'affaissa morne sur son banc,
Les reins rompus de vains efforts,
Un choc heurta sa barque à la dérive,
Il regarda, derrière lui, la rive :
Il n'avait pas quitté le bord.

Les fenêtres et les cadrans,
Avec des yeux fixes et grands
Constatèrent la fin de son ardeur ;
Mais le tenace et vieux passeur
Garda quand même encore, pour Dieu sait quand,
Le roseau vert entre ses dents.

Emile Verhaeren

dinsdag 1 december 2020

Poëzieroute

TEMSE – HET LOKAAL BESTUUR ORGANISEERDE VOOR DE VIJFDE KEER DE POËZIEWEDSTRIJD ‘DICHTER BIJ DE DIJK’.

Geniet al fietsend of wandelend van 15 prachtige gedichten langs het mooie dijktraject van Elversele via Tielrode en Temse naar Steendorp (start Mirabrug Elversele of Lepelstraat Steendorp).

De gedichten werden geselecteerd uit de inzendingen voor de poëziewedstrijd Dichter bij de dijk die in 2020 georganiseerd werd door het Lokaal Bestuur i.s.m. Davidsfonds Temse, Amedee Verbruggenkring, Heemkundige Kring Braem vzw, de Cultuurdienst en Bibliotheek.

Uit 65 inzendingen werden 15 gedichten geselecteerd door de jury, bestaande uit Luc Peleman (HK Braem), Geert Vandersickel (Amedee Verbruggenkring), Frits Werkers (Davidsfonds Temse), bibliothecaris Jeroen De Lathouwer en schepen Lieve Truyman.


Naast de poëzieroute langs de dijk, kan je de gedichten ook vinden in de Bib (1ste verdieping).
Een routeplannetje is te verkrijgen op de Cultuurdienst, in de Bibliotheek of in het Toeristisch Infokantoor. 
De volledige poëziebundel met alle inzendingen vind je hier.


LANGS DE DIJK

 ontwakende ochtend
 deelt z’n rust
 met het langzaam
op gang komende stille,
genietend
van het prille ontluiken
van een volgende dag
langzaam op zoek
naar overleven
streelt ochtenddauw
rustig sluimerend
zachtjes het rag,
in een roes van geuren
palet van kleuren
begint 't stilleven
telkens weer,
opnieuw te gebeuren.
  
Diane Barber

NAAR BUITEN
  
Even later
              sta ik stil
aan het water

Wereldvreemde winterzon
 rosse gloed
rauwe bomen

Zwangere lucht
In de verte versterft
 gesnater

Zie de mens
even stil
aan het levende water
  
 Tony van der Zand

maandag 27 april 2020

Windroos

WANDELEN in tijden van CORONA

OOST WEST - THUIS BEST
NOORD ZUID - STAP ER EENS UIT



WANDELINGEN vanuit TEMSE in de VIER WINDRICHTINGEN

Elke wandeling is circa 20km lang en kan volgens de wensen van de wandelaar worden aangepast. Enkel de voornaamste waypoints worden vermeld.

NOORD : naar HAASDONK BANK

Via het Wegompad, de historische ommegang ter ere van St-Amelberga patrones van Temse.

OOST : (Linkeroever) : naar RUPELMONDE GRAVENTOREN

via Hollebeek – Blauwhofstraat – Fort van Steendorp – Roomkouter – Gelaagpark – Oeverdam - Vuurkouter, terug langs de Scheldedijk, stroomopwaarts.

OOST  : (Rechteroever) : naar ZEESLUIS WINTAM

via : Temsebrug - Buitenland – Wielstraat – Kasteel d’Ursel – Nattenhaasdonk,
terug langs de Scheldedijk, stroomopwaarts.

ZUID : naar BORNEM BRANST

via : Temsebrug - Temsesteenweg -  Kasteelstraat – Bossen van Marnix van Sint-Aldegonde terug langs de Scheldedijk, stroomafwaarts.

WEST : naar HAMME MIRABRUG

via:  Smesstraat - Oversprongstraat – Provinciaal Domein Roomacker - Klein Broek  – Koolputten, terug langs de Durme- en Scheldedijk, stroomafwaarts.



vrijdag 3 april 2020

Corona-virus


LECTUUR IN TIJDEN VAN QUARANTAINE :

In de romans van Nobelprijswinnaar Albert Camus wordt het absurde van de twintigste-eeuwse samenleving afgezet tegen een persoonlijke moraal van vriendschap en menselijkheid. Een of meer personages worden steevast door de loop van gebeurtenissen, nooit uit eigen vrije wil, schuldig aan een misdaad.

De pest is een kroniek van een stad in de greep van een dodelijke ziekte. In de kuststad Oran breekt plots en onverwacht de pest uit. De slachtoffers sterven een snelle en vreselijke dood, en als gevolg van de quarantaine worden de andere inwoners geplaagd door gevoelens van angst en claustrofobie. Elke persoon reageert verschillend op de dodelijke ziekte: sommigen leggen zich neer bij hun lot, anderen zoeken schuld en wraak. En een paar, onder wie de antiheld dokter Rieux, proberen kost wat kost de terreur te weerstaan. De pest is een meeslepende vertelling over moed en vastberadenheid en de broosheid van het menselijk bestaan. 
Albert Camus (Mondovi, Frans-Algerije, 7 november 1913 – Villeblevin, 4 januari 1960) was een Frans filosoof, journalist en schrijver van romans, essays en toneelstukken. Hij ontving in 1957 de Nobelprijs voor de Literatuur. Camus wordt vaak naast Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir als een van de leidende figuren van het existentialisme beschouwd, maar hij weigerde het label 'existentialisme' pertinent. Zijn denken verschilt van dat van Sartre waar het de aard van het bestaan betreft: bij Camus staat het lichamelijke centraal, waar Sartre zich meer op het intellectuele bestaan toelegde.

donderdag 2 april 2020

Klimaatopwarming


OU SONT LES NEIGES D’ANTAN ?
(vrij naar François Villon)

Waar is de sneeuw gebleven ?
waar zijn de vlokken van weleer ?
Dat stil gespreid,
wit dons en deken,
Het landschap
als een bruid gekleed ?.



BALLADE DES DAMES DU TEMPS JADIS

Echo, parlant quant bruit on mène
Dessus rivière ou sur étang,
Qui beauté eut trop plus qu'humaine ?
Mais où sont les neiges d'antan ?

Prince, n'enquerrez de semaine
Où elles sont, ni de cet an,
Que ce refrain ne vous remaine :
Mais où sont les neiges d'antan ?

François Villon


BALLADE VAN DE WITTE WEELDE

Over vijvers en langs dreven
Echoot uit een ver verleden:
Waar is de sneeuw gebleven ?
Waar zijn de witte vlokken heen ?

Tranen om verloren leven
De aarde smelt, ik vraag alleen:
Waar is de sneeuw gebleven ?
Waar zijn de stille winters heen ?


(winterlandschappen uit de collectie van het Gemeentemuseum - Temse)